In dit fragment wordt aan kinderen uitgelegd wat er in je lijf gebeurt als je boos bent. Verder wordt er uitgelegd dat je omgeving ook van invloed kan zijn als je boos bent; je ouders kunnen het slechte voorbeeld geven of je bent sneller boos als er veel prikkels zijn. Het fragment geeft kans om over de eigen boosheid te praten en eindigt met een tip tegen heftige boosheid.