Het fragment begint als Haas ontdekt dat Uil het hek dat tussen hun huizen in staat in bonte kleuren verft. Uil is zich van geen kwaad bewust, maar wordt steeds bozer als Haas ook boos wordt. Vos wordt er ook bijgehaald en de ruzie wordt steeds heftiger. Uiteindelijk staan de dieren elkaar met verf te bespatten terwijl de uitdrukking ‘het te bont maken’ ook op verschillende manieren wordt gebruikt. Het fragment eindigt als de ruzie op zijn hoogtepunt is en de lezers kunnen fantaseren over de afloop.