Het verhaal speelt in Duitsland in de 19e eeuw. De levens van Kaspar Hauser en Manfred worden op wonderlijke wijze met elkaar verbonden. Twee buitenstaanders. De één (Manfred) vanwege zijn hazenlip, iedereen schrikt van zijn uiterlijk. De ander (Kasper) omdat hij tot 16 jarige leeftijd opgesloten heeft gezeten en amper kan praten en lopen. In dit fragment realiseert Manfred zich dat er een einde is gekomen aan zijn veilige leventje nu zijn moeder hertrouwd is met een koele, strenge dominee. Hij bezorgt Manfred een onbestemd, angstig gevoel. Hij zoekt zijn toevlucht in het bos bij de dieren.
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie.
De cookies worden niet gebruikt voor commerciële doeleinden, zoals het tonen van advertenties.
AanvaardenPrivacy Policy