Pinguïn en ijsbeer praten over hun lievelingskleur. De ene kiest voor zwart, de andere voor wit. Ze proberen uit te leggen waarom dat hun lievelingskleur is en sluiten de discussie af met een mooi compromis.
Lowieze en Bonnie reizen samen met de trein naar zee. Ze houden beiden heel erg van de zee. In de trein praten ze over dagelijkse dingen. Ze hebben het heel gezellig met elkaar en zijn elkaars beste maatjes.
Panda en Eekhoorn maken een reis en ondernemen elke dag een tocht waarop zij nieuwe landschappen en dieren ontdekken. In dit fragment merken ze dat niet alle dieren zomaar hun vriend willen zijn en ontdekken ze hoe waardevol hun eigen vriendschap is.
Geerke vertelt een raadsel. Kun jij raden welke uitvinding onmisbaar is voor verre vakanties?
De drie versjes komen uit een bundel van 25 versjes van Paul Biegel. Ze zijn erg fantasierijk en spelen met taal. De onderwerpen staan dicht bij de belevingswereld van jonge kinderen en de versjes lenen zich er uitstekend toe om er samen over door te praten en te fantaseren.
Versje één gaat over een wild monster. In versje twee gaan de pissebed en kakkerlak samen in één bed liggen en dat kan nooit gooit aflopen! En het derde versje is een raadsel: wat draagt mama liefdevol op haar arm? Is het een broertje of zusje of toch een dier?
In dit fragment gaat Ozzie in de grappenwinkel een grap kopen om indruk te maken op een klasgenoot. Het is nog niet zo makkelijk, hij wil geen oude grapjes, geen tweedehands grappen en de grappen boven de achttien mag hij nog niet kopen. In dit licht absurde fragment komen ook een aantal termen voorbij die te maken hebben met kopen en geld: budget, te besteden hebben, voordeliger zijn en in de aanbieding zijn.
Dit fragment uit een boek vol met dierenverhalen vertelt hoe het varkentje Piggy wordt gered van het slachthuis door dierenrechtenactiviste Joanne Lefson. Het varkentje blijkt te ontspannen van schilderen en wordt hier wereldberoemd mee. Het fragment wordt voorafgegaan door een kleurrijke illustratie.
De vader van Anne heeft werkpaarden. Dit fragment beschrijft hoe die werkpaarden ingezet worden. Op een dag komt er een brief van haar oom Theo, hij heeft een werkpaard nodig. Anne gaat alleen op pad, zonder dat ze de weg weet, om het werkpaard naar haar oom in het Zwarte Woud te brengen.
Dit is een gedicht over afscheid nemen en weer opnieuw beginnen. Schildpad, Das en Eekhoorn vragen zich af waar rups naartoe gaat. Rups weet het zelf ook niet: naar iets anders dan nu. Als vlinder wordt ze weer welkom geheten door haar vrienden.
“Als een vossenstaart op een landkaart” bevat bewerkte fabels op rijm, afkomstig uit verschillende landen. In elke fabel spelen dieren de hoofdrol. In dit fragment ontmoet Vos een hongerige beer en vertelt hem hoe die makkelijk aan eten kan komen. Maar dat loopt niet goed af voor beer…
