Wat zijn rijke teksten?

Rijke teksten zijn authentieke teksten over levensechte, herkenbare thema’s. Ze hebben een duidelijke structuur, origineel taalgebruik en een gevarieerde woordenschat: in de tekst komen zowel frequent als minder frequent gebruikte woorden voor. Er staan signaal- en verbindingswoorden tussen de zinnen, en de verschillende alinea’s en hoofdstukken van de tekst vormen inhoudelijk een geheel.

De inhoud van een rijke tekst is gelaagd en handelt over een breed, universeel thema (liefde, vriendschap, vrede, oorlog, vluchten, water) dat idealiter aansluit bij de belevingswereld van leerlingen én bij wat relevant is voor jouw lessen.

Het ‘willenwetenvirus’

In een rijke tekst wekt de auteur de interesse van de lezer door vragen op te wekken, uitdagingen te creëren en (mogelijke) oplossingen te tonen. De illustraties bij de tekst helpen om de tekst te begrijpen. Een rijke tekst maakt de lezer nieuwsgierig om de inhoud te gaan ontdekken: de auteur besmet de lezer als het ware met het ‘willenwetenvirus’. Ook kunnen rijke teksten de lezer aanzetten om iets te doen, om actie te ondernemen. Ze hebben een inhoud die je op verschillende manieren kan interpreteren en vragen van de lezer een inspanning om door te dringen tot de kern van de tekst. Kortom, ze zetten aan tot diep lezen.

Waar vind je rijke teksten?

Rijke teksten zijn overal – en vind je in verschillende bronnen. Die bron kan een non-fictietekst zijn, zoals:

  • een artikel uit een tijdschrift of krant,
  • een webtekst,
  • een podcast.

Het kan ook een fictietekst zijn, zoals:

  • een kinder- of jeugdboek,
  • een roman,
  • een gedicht,
  • een verhalend-informatieve tekst, waarin non-fictie verhalend wordt gepresenteerd.
Rijke teksten vs. verarmde teksten

Leerlingen komen soms in contact met ‘verarmdeteksten die aangepast of vereenvoudigd zijn voor een bepaald lezerspubliek. Die zijn bijvoorbeeld geschreven met een onderwijsdoel (zoals het leren herkennen van verbindingswoorden of het aanleren van leesstrategieën) voor ogen, waardoor ze onnatuurlijk kunnen overkomen.

Maar door het geforceerde taalgebruik zijn deze teksten vaak juist moeilijker te begrijpen voor leerlingen: omdat signaal- en verbindingswoorden zijn weggelaten, moeten de leerlingen tenslotte zelf de verbanden leggen. Dat zorgt ervoor dat hun werkgeheugen overbelast raakt, wat hun leesbegrip niet ten goede komt. Zo schieten teksten die geschreven zijn voor leerlingen die moeite hebben met lezen soms hun doel voorbij.

Bovendien ontnemen verarmde teksten leerlingen de kans om hun kennis en woordenschat te verbreden en te verruimen. Woorden als ‘daarentegen’ leer je niet in woordenlijstjes, maar door ze geregeld in rijke teksten tegen te komen. Komt in een tekst alleen maar het woord ‘storm’ voor, in plaats van ‘tornado’, ‘windstoot’ of ‘orkaan’? Dan krijgen leerlingen onvoldoende kansen om hun kennis van de wereld te verruimen en te verdiepen.

Rijke teksten, daarentegen, lees je met een authentiek doel. Je wil ergens meer over te weten komen, je wil fijn wegdromen in een mooi verhaal of je wil weten hoe anderen over iets denken. Dit authentiek, of intrinsiek, doel, is dus het grote verschil met verarmde teksten.

Spring naar de inhoud