Fietje is een jong meisje dat opgroeit in een groot, Brabants gezin met acht kinderen – de negende is op komst. Het verhaal begint in augustus 1939, de oorlog is nog niet begonnen, maar de dreiging van de oorlog is te merken. Fietje zorgt met haar broer voor de duiven van het gezin. Gedurende het verhaal krijgt het gezin steeds meer te maken met de oorlog. Er wordt in het gehele boek gebruik gemaakt van twee vertelperspectieven; die van Fietje en die van de duiven in het hok van de familie. Dit fragment is het eerste deel van het boek, waarin de familie tijdens het ontbijt luistert naar de speech van de koninging waarin de oorlog wordt aangekondigd. Dit boek kan de lezer de oorlog laten ervaren door de ogen van een leeftijdsgenoot en houdt de oorlogservaringen ‘klein’ , vanuit kindperspectief.
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie.
De cookies worden niet gebruikt voor commerciële doeleinden, zoals het tonen van advertenties.
AanvaardenPrivacy Policy