In deze grappige, verrassende en licht filosofische kortverhalen spelen de dieren van het bos de hoofdrol. Een beer die niet meer wie hij is. Een olifant die graag een mug wil zijn. Een zalm die ook wil kunnen wandelen, maar uiteindelijk ontdekt dat hij zich toch als een vis in het water voelt. Een reiger die een praatje slaat met de snoek en hongerig achterblijft. En een das die een put graaft voor de egel, maar er zelf in blijft zitten.