Een schitterend gebrek

Giacomo Casanova (1725 – 1798) werd als zeventienjarige verliefd op de mooie Lucia, een meisje van veertien. Terwijl Casanova een jaar in Venetië verbleef, werd Lucia geteisterd door pokken: haar lichaam, inclusief haar gezicht, was aangetast. Toen Casanova terugkwam om met Lucia te trouwen, was ze verdwenen. Pas zestien jaar later zien ze elkaar weer, maar Casanova (die zich voorstelt als monsieur le chevalier de Seingalt) herkent haar niet. Vanwege haar blijvende verminking gaat Lucia namelijk gesluierd door het leven. Het fragment beschrijft de ontmoeting tussen Lucia en Casanova, verteld vanuit Lucia.

Dit fragment mag uitsluitend voor educatieve doeleinden worden gebruikt en niet verder worden verspreid.
Spring naar de inhoud