Dit gedicht beschrijft een situatie waarin de personages een mysterieuze doos ontvangen die hun toekomst lijkt te bevatten. De fabrikant belt hen paniekerig op om te waarschuwen de doos niet te openen en belooft hem snel op te halen. Ondertussen speculeren ze over wat er in de doos zou kunnen zitten en luisteren ze naar vage geluiden die eruit komen. Openen ze de doos of niet?