Oskar bezoekt met zijn opa het concertgebouw. Hij komt toevallig terecht bij een repetitie, maar begrijpt niet onmiddellijk wat de muzikanten aan het doen zijn. Tegelijkertijd is hij ook boodschapper van een liefdesbriefje.
Welke woorden kunnen? En welke juist niet? Zo luidt de ondertitel van het boek Dat mag je óók (al niet meer) zeggen. Ons wereldbeeld verandert en daardoor verandert de taal ook continu in tijd en context. Dit fragment betreft het hoofdstuk over de woorden ‘allochtonen’, ‘medelanders’ en ‘mensen met een migratieachtergrond’. Woorden die door een veranderd perspectief op de wereld ongemakkelijk of ongebruikelijk aanvoelen. En die ook van betekenis veranderen. Waarom zijn er zoveel verschillende woorden voor ‘de ander’ voorbijgekomen?
De drie versjes komen uit een bundel van 25 versjes van Paul Biegel. Ze zijn erg fantasierijk en spelen met taal. De onderwerpen staan dicht bij de belevingswereld van jonge kinderen en de versjes lenen zich er uitstekend toe om er samen over door te praten en te fantaseren.
Versje één gaat over een wild monster. In versje twee gaan de pissebed en kakkerlak samen in één bed liggen en dat kan nooit gooit aflopen! En het derde versje is een raadsel: wat draagt mama liefdevol op haar arm? Is het een broertje of zusje of toch een dier?
Toen Vincent van Gogh nog geen kunstschilder wilde worden, was hij op zoek naar een passend beroep. Hij voelde veel verwantschap met arme mensen en wilde ze graag helpen. In dit fragment wordt beschreven hoe hij naar de landstreek Borinage in België komt en mijnwerkers bezoekt. Dit fragment beschrijft de armoede die toen in Borinage heerste en wordt ondersteund door foto’s, tekeningen en afbeeldingen van biljetten.
Dit fragment uit een boek vol met dierenverhalen vertelt hoe het varkentje Piggy wordt gered van het slachthuis door dierenrechtenactiviste Joanne Lefson. Het varkentje blijkt te ontspannen van schilderen en wordt hier wereldberoemd mee. Het fragment wordt voorafgegaan door een kleurrijke illustratie.
Jakob is een verlegen, rustige jongen die leeft in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Hij maakt veel mee. Zijn ouders gaan uit elkaar, zijn huis brandt af en hij sluit een nieuwe vriendschap met een meisje uit de buurt. Langzaamaan kruipt hij steeds meer uit zijn schulp. In het fragment komen een aantal ouderwetse begrippen voor: een pick-up, een dressoir, de nonnenschool. De lezer wordt meegenomen in een scène waarin Claartje Jakob Rock ‘n roll muziek laat horen. Jakob moet er eerst even aan wennen maar al snel staan ze te swingen in de kamer. Tot de moeder van Jakob thuiskomt…..
Dit rijk geïllustreerde fragment verhaalt over het ontstaan van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het geeft een beeld van hoe de stad er toen uitzag en wat een grote en belangrijke gebeurtenis het bouwen van dit museum was. Om het belang van deze gebeurtenis te benadrukken wordt de kookwedstrijd beschreven die georganiseerd wordt om een chef-kok voor het museumrestaurant te vinden. De recepten en het competitie-element worden meeslepend beschreven.
De schilder Frans Hals was een portretschilder. Zijn techniek en de manier waarop hij mensen in beeld bracht, was anders dan de mensen in de 17e eeuw gewend waren. Je leest hoe het de kunstenaar lukt de mensen met een glimlach op hun gezicht te portretteren. Je leert deze kunstenaar met veel lef en doorzettingsvermogen beter kennen.
In zijn jeugd werd William Shakespeare door dorpsgenoten een nietsnut genoemd. Als schrijver in Londen werd hij door velen niet intellectueel genoeg gevonden. Toch is hij uitgegroeid tot de bekendste Engelse schrijver aller tijden. In dit boek vertelt zijn vrouw Anne Hathaway zijn/hun levensverhaal.
Al duizenden jaren maken mensen kunst. Waarom vergapen we ons eraan? Waarom vinden we het ene werk prachtig en laat het andere ons koud? In dit artikel wordt ingegaan op wat kunst doet met de innerlijke belevingswereld van de mens en waarom we bijvoorbeeld een schilderij van Mondriaan zo mooi kunnen vinden.
Kernwoorden: kunst, esthetiek, expressie, verbeelding
