Een gezin viert op een heel eigen manier Kerst. Niet met een kerstdiner, maar met knakworsten in een caravan.
Dit gedicht beschrijft hoe een bus in de nacht over de Afsluitdijk rijdt. De dichter bespreekt de beelden en gedachten die bij haar opkomen.
Mijnheer Ferdinand heeft het gevoel iets kwijt te zijn maar weet niet goed wat. Gehaast gaat hij op zoek…
Kitty Egyedi, een van de vriendinnen van Anne Frank, ontmoet haar nieuwe leraar op haar splinternieuwe school. Het is een klein privéschooltje met slechts tien kinderen, waar ieder kind de vrijheid heeft om zichzelf te zijn.
Soms sta je stil op een plein in de stad en dan zie je plots alles.
De lantaarnaansteker loopt tijdens een winterse koude avond op zijn stelten door de stad en steekt de lichten aan. Hij kijkt bij iedereen binnen en ziet eenzaamheid en verdriet. Hij bedenkt een plan.
Caroline Pauwels gebruikt Leonardo Da Vinci als een voorbeeld van hoe men de wereld zou kunnen bekijken: met een open, nieuwsgierige blik. Ze nodigt de lezer uit om op een vergelijkbare manier naar de wereld te kijken, vol verwondering en met nieuwsgierigheid.
Een jongen wil graag in de leer gaan bij een meester-schilder. Dag na dag klopt hij aan maar de deur blijft gesloten. Tot na een lange tijd de oude man zijn deur toch opent.
Aisja wil de sultan spreken om het onrecht in haar land aan te klagen. Een oosters getint sprookje.
In dit boek beschrijft een jongen de straat waar hij opgroeide en woonde. In dit fragment beschrijft hij de straat die hellend is en dus een boven- en onderkant heeft, een begin en een einde. Maar waar begint de straat? En waar eindigt ze?
