• Filter op tekstgenre

  • Filter op teksttype

  • Filter op breed thema

  • Filter op domein

  • Filter op leeftijdsindicatie

  • Filters verwijderen
Er zijn filters ingesteld.

Morgenochtend, dan haal ik haar

Dit is het waargebeurde verhaal van Bloeme Emden, een Joods meisje dat geboren werd op 5 juli 1926. Zij woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam. Zij en haar gezin kregen meer en meer te maken met de strenge maatregelen van de Duitse bezetters tegen de Joden. In mei 1943 werd Bloeme opgepakt. Ze wist te ontsnappen en onder te duiken, maar werd in augustus 1944 alsnog gearresteerd en belandde in kamp Westerbork waar ze haar schoolgenootje Anne Frank ontmoette. Bloeme overleefde het werkkamp Liebau in Zuid-Polen en keerde terug naar Nederland.

De sprookjesverzamelaar en Jordion

De korte inleiding van Rodaan Al Galidi over het universele karakter van sprookjes is te gebruiken voor verschillende lessen over sprookjes. Het fragment bevat ook het sprookje Jordion. Beide teksten staan in de bundel Arabische sprookjes van Rodaan Al Galidi.

De woordenverzamelaar

Een kort informatief verhaal over het leven van een Vlaamse weesjongen, die in de leer gaat bij een drukker. Omdat hij het Nederlands wil leren begint hij een woordenlijst met de betekenis van Nederlandse woorden, die later met hulp van een Brabantse vriend zal uitgroeien tot het eerste Nederlandse woordenboek. Dit verhaal gaat over het groeien van onze Nederlandse taal.

Op een vroege lentedag…

Alice is een meisje dat opgroeit tijdens de Eerste Wereldoorlog in de buurt van Ieper. Haar moeder is onlangs door een bombardement om het leven gekomen. Als Alice op een dag buiten de was ophangt, wordt een nieuw bombardement aangekondigd, met gas, want iedereen huilt. Alice, haar vader, haar broers en zussen zoeken bescherming tegen de bombardementen in de kelders van een brouwerij. De komende dagen houden de bombardementen aan. Het fragment eindigt met een bombardement vlakbij de kelder, waarbij haar broer en zus gewond raken.

Ik ben geen schattig kind

Een gedicht over hoe alles dat je als baby doet nog heel schattig is en dat je als ouder kind die schattigheid verliest. Plots is het niet meer grappig wanneer je met eten gooit of snot in het haar van je mama smeert.

Samen vluchten?

Laila is gevlucht uit Syrië. Op school leert ze over de Tweede Wereldoorlog. Wanneer ze voor een schoolopdracht de zolder van meneer Cohen opruimt vindt ze een trommel vol brieven. Al snel kan ze niet meer stoppen met het lezen over de Joodse Mia. Lukt het Mia haar vriendin Isa te overtuigen dat onderduiken de enige mogelijkheid is de oorlog te overleven?

Kleurenstrepen en zwiepgeluiden

Op een dag zal Toetanchamon zijn vader Achnaton opvolgen als farao. Ter voorbereiding op strijd die hij ongetwijfeld zal gaan voeren, mag hij mee wanneer de Koesjieten bevochten moeten worden. Toet, een zwak jongetje met een klompvoet, wordt stevig vastgesnoerd en mag voorop de strijdwagen van de generaal zitten. Een eigen strijdwagen krijgt Toet voorlopig niet, maar zijn vader is wel heel trots op zijn getoonde moed!

Vandaag niet – de oorlog van Yvonne (13 jaar) uit Den Haag

Het dagboekfragment beschrijft de vlucht naar Engeland in 1940 van een meisje en haar gezin vanuit haar perspectief.

Net als de koningin

Rosa en haar familie willen de oorlog in Nederland ontvluchten en vertrekken naar Engeland. Er blijkt echter meteen veel fout te gaan en uiteindelijk ziet de familie zich geen andere keuze dan terug te keren.

Zakkenrollen op de kermis

Dit verhaal speelt zich af in Amsterdam in de achttiende eeuw. Sinds zijn vader twee jaar eerder vertrok met de walvisvaart, woont de elfjarige Pontus in het Aalmoezeniersweeshuis. Maar dan slaat het noodlot toe en moet Pontus zich aansluiten bij de boevenbende van de excentrieke bandiet Lijp Kot. In dit fragment is hij samen met Kasper op de kermis van 1762 in Amsterdam. Ze moeten zakkenrollen en daar hebben ze allebei zo hun eigen methodes voor.

Spring naar de inhoud