De oma van de zesjarige Fien begint dement te worden. Ze hoort en ziet dingen die er niet zijn, raakt voortdurend spullen kwijt en vergeet dat opa niet meer leeft. Fien, die altijd haar pop bij zich heeft, geeft haar pop af en toe aan oma. Als oma in de war is, wordt ze van Fiens pop weer rustiger.